Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zwoer David verder, en zeide: Uw vader [7]weet zeer wel, dat ik genade in uw ogen gevonden heb; daarom heeft hij [8]gezegd: Dat Jonathan dit niet wete, [9]opdat hij zich niet bekommere; en zekerlijk, [zo waarachtig als] de HEERE leeft, en uw ziel leeft, er [10]is maar als een schrede tussen mij en tussen den dood! 7. Hebreeuws, wetende weet. 8. Te weten, bij zichzelven, in zijn eigen hart; dat is, hij heeft gedacht. 9. Of, opdat het hem niet smarte. 10. Dat is, ik ben in een zeker en merkelijk gevaar des doods.